Geomorfologie - 't Laar

Geomorfologie betekent: kennis over de vormen van de aarde. Het landschap rondom Sint-Oedenrode kreeg haar eerste duidelijke vormen in de periode tijdens en net na de ijstijden. Het was koud en het land was toen nauwelijks begroeid met planten. De wind kon makkelijk het zand wegblazen en een eindje verder neer leggen.

Toen het steeds warmer werd en er meer planten konden groeien bleef het opgewaaide zand vooral achter en in de beplanting hangen. Zo zijn er een aantal (dek)zandruggen ontstaan. Daarnaast heeft de Dommel als waterstroom een belangrijke rol gespeeld in de vorming van dit gebied. De kracht van het water heeft eeuwenlang de ondergrond uitgeschuurd.

Zo is een laagte ontstaan die bijna 2,00 meter lager ligt dan haar omgeving. Dit is het beekdal van de Dommel. In het beekdal werd naast zand ook klei afgezet. Op de kaart hieronder zijn de volgende landvormen te herkennen:

De beekdalbodem (R46);
Dalvormige laagtes (R23). Deze zijn ontstaan door water dat van de hogere gronden naar het beekdal van de Dommel toe stroomt;
De dekzandruggen (B53);
De verspoelde zandvlaktes (M51 en M53);

_{Om een kaart te vergroten klikt u op het icoontje rechtsbovenin.}

Klik hier om terug te gaan naar het de achtergrondinformatie van 't Laar