Bodem - Ollandseweg e.o.

De bodemkaart laat zien wat voor soort bodems er zijn in de bovenste 2,00 meter van de aarde. Rondom Sint-Oederode liggen twee soorten bodems:

  • Zandige bodems (zEZ21, pZn23, pZg21, pZg23, Hn23 en cHn21);

  • Veenbodems (hVz).

Zandige bodems (zandgronden) hebben zelf niet veel voedingsstoffen en water zakt makkelijk weg tussen de grote zandkorrels. In droge perioden zakt het water zo diep weg dat de plantenwortels niet meer bij het water kunnen en uitdrogen. Binnen de zandgronden liggen rond Sint-Oedenrode Humuspodzolgronden (op de jonge heideontginningen) en Eerdgronden op de oude ontginningen. Eerdgronden zijn zandgronden die vanaf de middeleeuwen door mensen bewerkt en bemest zijn. Hierdoor is er bovenop de zandgrond een bovenlaag met veel voedingsstoffen ontstaan.
Veenbodems bestaan uit plantenresten en bestaan uit veel voedingstoffen waar nieuwe planten goed op groeien. Daarnaast kunnen veenbodems veel water in zich opnemen.

De bodemkaart laat zich makkelijk lezen als u beseft dat vooral de dekzandruggen eeuwenlang veel door mensen bewerkt en bemest zijn en dat juist daar de Hoge zwarte enkeerdgronden (donkerbruin, zEZ23) liggen. Deze gronden hebben een vruchtbare bovenlaag van minimaal 50 centimeter dikte. Deze bovenste laag heeft veel voedingsstoffen. Zij kan door de mest en plantenresten ook beter water vasthouden dan zandgronden zonder plantaardige voedselrijke bovenlaag.

In de beekdalen en laagtes liggen ook eerdgronden. Maar deze gronden hebben een voedselrijke toplaag die dunner is dan 50 centimeter. Hier liggen de Gooreerdgronden (pZn23) en de Beekeerdgronden (pZg23).
Gooreerdgronden vormen de overgang tussen eerdgronden en de podzolgronden. Deze gronden worden door regenwater gevoed en ontstaan vaak in iets lagere gebieden. In Olland vinden we deze gronden. Gooreerdgronden zijn vaak in gebruik als grasland. In Olland komt ook leem in de ondergrond voor. Leem is een heel fijne klei, waar water op kan blijven staan. Daardoor ontstaan er tijdens regenbuien makkelijk plassen op het veld. Tijdens droge perioden kan leem uitdrogen en het land erboven juist extra snel laten verdrogen.

Op de minst interessante dekzandvlaktes, waar tot 100 jaar geleden nog heidevelden lagen, liggen nu de Veldpodzolgronden (rose, Hn21). Op de randen van de dekzandruggen zijn ook Vlakvaaggronden en Laarpozolgronden (cHn23) te vinden. De Laarpodzolgronden hebben net als de dikke eerdgronden ook een bovenste laag van vruchtbaar plantaardig materiaal. Maar deze laag is dunner dan 50 centimeter. Daarmee kunnen deze gronden minder water vasthouden dan de dikke eerdgronden.

Om een kaart te vergroten klikt u op het icoontje rechtsbovenin.

Bodemkaart van ollandseweg e.o.
Bodemkaart

Klik hier om terug te gaan naar het de achtergrondinformatie van Ollandseweg e.o.